De ondraaglijkheid van de hippe ridder

Mijn kleerkast kan je niet echt kleurrijk noemen: zwart, grijs en blauw. Feeling blue in mijn geval betekent het aantrekken van een blue jeans, gecombineerd met begrafeniszwart of deprimerend grijs. Een opvallende kleur, die soms vol overtuiging wordt aangeschaft, verdwijnt steevast naar de donkere hoekjes van de kleerkast. Eenzaam en ongedragen kwijnt ze weg, tot de Jani’s van deze wereld ze definitief veroordelen tot het rijk van de driekwartbroeken en schreeuwerige hemdjes met korte mouwen.

Wellicht ontbreekt het mij aan vestimentair fingerspitzengefühl, maar nu en dan ben ik hip ’t diepst van mijn gedachten en zit ik in ’t binnenst van mijn kleerkast te troon. Laat de queeste beginnen…

Valavond, begin van de zomer. Als een moderne witte ridder trek ik richting stad. Ik ben klaar om de wereld mijn nieuwe zelve te tonen, mijn missie aan te vatten: fris gekleed, zelfzeker en gezwind gesprekken aangaan en bemoedigend schouderklopjes uitdelen aan verschoppelingen die het nodig hebben. Enkel paard en zwaard ontbreken.

Als uitrusting ga ik voor een wit T-shirt van het merk selected homme. Aan de voorzijde lees je het het woord homme subtiel in blauwe letters. Het vergroot onbewust de grandeur van mijn missie: ik ben niet zomaar een man, ik ben niet zomaar iemand, ik ben een “selectedhomme, een uitverkoren man,… Kortom: the chosen one, de man der mannen. In theorie klinkt dit hemels en als mentale oppepper kan het tellen.

Onderaan houden we het binnen de perken: een eenvoudige straight blue jeans. Geen snow washed of gescheurd type. Veel te onvoorspelbaar. Vooral met een snow washed weet je nooit wat je te wachten staat. Je kan een exemplaar aantrekken waardoor het lijkt alsof je net een weekvoorraad cocaïne over je broek hebt uitgewreven, maar je kan er evengoed eentje scoren die eruitziet alsof ze door de impressionist Monet himself beschilderd werd. Wat betreft het aantrekken van eventuele gesprekspartners een wereld van verschil.

Een gescheurde jeans is dan weer een exemplaar waar zowel de jeans als de wat meer mature drager met een identiteitscrisis kampen. De jeans wil niet aanvaarden dat ze een jeans is, maar zonder jeans kan er niet gescheurd worden. De man van middelbare leeftijd wil niet aanvaarden dat hij oud is, maar de gescheurde broek zet dit net extra in de verf. Kijk daar: een oude zak met een gescheurde jeans. Voor wie all the way wil gaan: er zijn ook gescheurde snow washed jeans. Speciaal voor de coke snuivende, oudere man met een identiteitscrisis.

Na T-shirt en broek kies ik als schoeisel de moderne versie van het ridderlijke, witte paard: de sneaker. Ik ga voor een hagelwit paar. Heel bewust in de solden gekocht omdat ik ergens weet dat ik ze misschien nooit ga aandurven aantrekken.

Als zwaard houd ik een spiegelende, maffiablinkende zonnebril stevig in de hand. Heel stevig en zeker niet te lang: ik ben namelijk erg bijziend – lees: bijna zo blind als een mol – en het is een exemplaar met glazen op sterkte die be-lach-e-lijk duur zijn. Eén misstap en mijn zwaard en bakkes liggen in gruzelementen.

Een laatste, goedkeurende totaalblik in het terrasraam en weg zijn we. Ik voel me bijna instagramwaardig wanneer ik net als Tony Manero in Saturday Night Fever Travoltiaans door de straat stroll. Halverwege de wandeling richting stad waan ik me plots echt in een instagramverhaal. Als moderne ridder herken ik ook onmiddellijk de hulpkreet van de verschoppeling.

Aan een zebrapad staat een koppeltje, ik schat ergens midden twintig. De jongedame is gekleed in een wijde, roestkleurige jurk, die heen en weer wiegt door een zachte bries. Ze wandelt het zebrapad een aantal keren op en neer, waarbij ze regelmatig stopt om te poseren voor haar vriend. De vriend heeft een camera in de hand en na elke shoot gaat de jongedame het resultaat checken. Op het eerste zicht niets ongewoon, ware het niet dat de jongeman in volledige fietstenue is, koersfiets tussen de benen geklemd. Wellicht stond hij al aan de voordeur, fietsschoenen net ingeklikt, klaar voor de eerste trap. Tot opeens: “Schat, wacht even! Wandel je nog even mee om een paar foto’s te maken voor mijn instagrampagina? Ik moet gewoon die nieuwe jurk met mijn volgers delen!” “Ok, heel even dan, maar ik moet echt wel om…” “Oh, super, schat!”

Hier staat hij dan. Een dik uur later, bijgestuurd worden door vriendin. Probeer dit, doe zo, kan je niet… In zijn hoofd zit hij al 50km verderop in een bocht bij te sturen, fris windje op het gelaat (hetzelfde als dat briesje van de jurk), lullend met de kameraden over niks en nog eens niks. Na de zoveelste aanwijzing van vriendin, zie ik hem geïrriteerd de fiets tegen een haag parkeren. De irritatie wordt geaccentueerd door de staccato “klakken” van de fietsschoenen wanneer ze bij iedere stap de stoep raken. Je ziet zo waar dit gaat eindigen: geen fietstocht en geen instagramwaardige foto.

Anno 2022 beperkt het werkterrein van de moderne ridder zich niet langer tot de wereld van jongedames in nood. Iedereen, binair of non-binair heeft recht op ridderlijke bijstand. Ook deze jongeheer. Ik wil op hem afstappen, de bemoedigende blik en schouderklop geven en stilzwijgend de fiets aanreiken in ruil voor het fototoestel. Vervolgens de vriendin sussen door op het exacte moment als de fietsschoenen opnieuw ingeklikt worden de camera te laten klikken voor de fotoshoot van haar IG-leven. De klik die een klik maakt.

Weet je nog, in het begin van de tekst? Het gezever over “ik ben in hip ’t diepst van mijn gedachten enz.”. Wel, ik ben ook heldhaftig in het diepst van mijn gedachten. Punt. In dit geval raakte ik niet verder dan een eerder peinzende, bedenkelijke grimas richting jongeman. Hij gaf me een onhoorbare zucht terug. In plaats van de verschoppeling te rehabiliteren, schopte ik hem nog verder.

De rest van de avond zette de faling van het ridderlijke “hip zijn” zich verder. Ik begeef me graag naar een bruine kroeg, maar deze avond leek de kroeg extreem donkerbruin. De vaste tooghangers bekijken je sowieso argwanend als je binnenkomt. Alsof ze even scannen of je hier wel thuishoort. Vandaag raakten ze precies niet uitgescand. Toen ik na drie kwartier naar het toilet moest, begreep ik waarom: in de spiegel zag ik dat mijn hippe, maffiose zonnebril met glazen op sterkte nog steeds op mijn neus stond. Ik was vergeten mijn gewone bril op te zetten. Vandaar de donkerte en de kritische blikken.

Het werd er niet beter op toen een bijdehante tooghanger mijn T-shirt in de gaten kreeg. “HOMME” schreeuwde hij luidop zodat het hele café hem goed hoorde. “Waarom staat da daar? Is da om uzelf te overtuigen dat ge wel echt ne man zijt”. De lachsalvo’s schoten in het rond. Een seconde dacht ik eraan om hem op termen als genderdiversiteit, binair en non-binair te wijzen, maar dan hadden de lachsalvo’s me wellicht doorzeefd. Dus, ik begaf me opnieuw naar het toilet en gunde dit keer mezelf “een eerder peinzende, bedenkelijke grimas”.

Op weg naar huis passeerde ik het zebrapad van daarstraks. Geen jongedame of jongeman te bespeuren. De koersfiets staat nog steeds tegen de haag. Ik zie een stevig hangslot en… een lekke band. Hopelijk zijn de foto’s gelukt. Ik zal eens zoeken op instagram, hashtag #fotoshootmethappyboyfriend

Plaats een reactie